jacqueline postmes schreef op maandag, 13 december 2004, 13:51:
> Ingrid den Ouden schreef op maandag, 13 december 2004, 13:14:
>
>> Nick Altena schreef op zondag, 12 december 2004, 22:51:
>
> hoi ingrid
> waar heb jij die zaadmengsels gekocht.?
> wil dat bij ons ook 'ns proberen.
>
> Jacqueline
> geduld is een schone zaak
Het in het wilde weg kopen/zaaien met als doel "een natuurlijker paardenwei" heeft grote kans geen enkele zin te hebben wanneer je dat niet voorbereidt door eerst de bodemgesteldheid te beproeven, en de aldaar van nature geografisch voorkomende vegetatie in litt. op te zoeken. Vanwege verzuring en vooral verdroging moet je er op rekenen dat de locale kwalitieve mogelijkheden over de afgelopen decennia flink zijn afgenomen.
Nadere info:
-V. Westhoff & A.J. den Held (1969): Plantengemeenschappen in Ned. Zutphen.
-J.J. den Held (1982): Beknopt overzicht van Ned. plantengemeenschappen. KNNV Med. nr. 134.
Dan komt er nóg een belangrijke factror bij.... het gebruik/begrazingspatroon!
Vanwege dat ruimte in NL zo duur is, is die ook voor paarden in praktijk meestal uiterst beperkt, en ligt veelal zo rond de criteria grenzend aan die van intensieve veehouderij (bioindustrie).
Een (meer) "natuurlijke" vegetatie is niet bestand tegen een dergelijk grote druk, zodat binnen relatief korte tijd weer net die soorten die tegen hoge dynamiek kunnen de overhand krijgen.
Wat grotere kans van slagen heb je al wanneer je niet "natuurlijk" als uitgangspunt neemt, maar het agrarische gebruik van vóór de bioindustriele intensivering. Dit meer duurzaam gericht kleinschalig agrarisch gebruik heeft juist geleid tot de grote verscheidenheid aan "natuur"waarden die NL rijk was. De achterliggende technische reden was het het grote aantal overgangszônes.
Dan nog... is een dichtheid van 0,5 GVE/ha al plenty zat.
Het spreekt vanzelf dat een degelijk beheer (wisselbegrazing, hooilanden) makkelijker te realiseren zou zijn op grotere oppervlakten. In NL waar iedereen een stevig hek rond zijn eigen
postzegel zet kan ik me echter voorlopig cultureel nog nauwelijks samenwerking voorstellen.
Groeten, Egon