Voeding, mais, etc...
En dan is er nog een verschil tussen de hele plant en alleen de mailskolf, kortom hier het beloofde artikeltje over voeding.
Het is wel lang en wordt vervolgt. Frans heeft ook prima info over voeding op zijn site, het onderstaande komt niet uit de NH-hoek, mischien toch interessant? Groet, Michiel
Voeding! De Hoefslag - Vertering
Spijsvertering van het paard (16 mei 2002)
Voedingsfouten zijn regelmatig oorzaak van koliek of diarree bij paarden. Een goed samengesteld rantsoen en juist voermanagement voorkomen veel ellende. Kennis van de werking van het maagdarmkanaal en het verteringsproces vormen de basis voor het samenstellen van een goed rantsoen.
Tekst: Anneke Hallebeek
Wat gebeurt er met het voer in het paard tussen voeren en uitmesten? De spijsvertering begint bij de mond. De voedselbrok gaat via de slokdarm naar de maag en komt na enige tijd in de dunne darm, de blinde darm en de dikke darm om uiteindelijk 35 tot 50 uur later in de vorm van mest weer tevoorschijn te komen. In alle delen van het maagdarmkanaal spelen processen die het voedsel verkleinen en verteren, zodat de voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen. De uiterlijke kenmerken van de mest vertellen ons uiteindelijk of het voedsel goed is verteerd.
Mond en gebit
Een goed gebit staat aan het begin van een goede vertering. Paarden nemen voedsel op met lippen en tanden. Met de lippen selecteren ze wat ze wel en wat ze niet willen. Eenmaal in de mond vermalen de kiezen het voedsel. Kauwen verkleint het voedsel en stimuleert de speekselproductie. Beide functies zijn noodzakelijk voor een goede vertering van het voedsel. Paarden kauwen ongeveer 40 minuten op een kilo ruwvoer (hooi) en ongeveer 10 tot 20 minuten op een kilo
krachtvoer. Het tijdsverschil in kauwen zorgt voor een groot verschil in speekselproductie. Per kilo ruwvoer produceert het paard ongeveer 3 tot 5 liter speeksel, terwijl een kilo
krachtvoer slechts 1 tot 1.5 liter speeksel oplevert. Vermenging met speeksel zorgt ervoor, dat een voedselbrok gemakkelijk door de slokdarm glijdt en goed mengt met de maagsappen. Geef daarom geen grote maaltijd van
krachtvoer of granen. De dunne darm verteert het voer dan minder goed en het kan stoornissen in de maag veroorzaken. Verdeel het
krachtvoer in meerdere porties over de dag.
Diverse problemen met het gebit kunnen gevolgen hebben voor de opname of het verteren van voedsel.
Het tanden wisselen kan tijdelijk problemen geven met de voedselopname. Jonge paarden
wisselen op de leeftijd van 2.5, 3.5 en 4.5 jaar. In ernstige gevallen, bijvoorbeeld als het slijmvlies van het gehemelte erg sterk is gezwollen (zogenaamd ‘hangend rooster’), eet het paard bijna niets meer. Probeer dan tijdelijk zacht voedsel te voeren zoals slobber en fijn hooi of gras.
De kiezen sluiten niet helemaal op elkaar, maar door een goede kauwbeweging slijten de
kiesvlakken normaal gesproken recht af. Als de stand van de kiezen niet goed is of als het paard onvoldoende kauwt groeien delen van de kiezen door. Deze ‘haken’ komen aan de binnen- of buitenkant van de kies voor. Pijnlijke beschadigingen van het wang- of tongslijmvlies belemmeren het eten. Het paard kauwt onvoldoende en kan ‘proppen’ voer in de voerbak laten vallen. Het voer verteert slechter en in langdurige gevallen vermagert het paard.
Bij paarden ouder dan 25 tot 30 jaar kunnen de tanden en kiezen bijna tot op het tandvlees
zijn afgesleten. Omdat ze minder goed kunnen grazen en kauwen verteert het voedsel slecht en kunnen oude paarden vermageren, ondanks een goede eetlust. Makkelijk verteerbaar voedsel, zoals slobber, ontsloten
krachtvoer en fijn ruwvoer (gras, fijn hooi, kuilgras) kan een
oplossing bieden.
De slokdarm
Na het doorslikken glijdt de voedselbrok door de slokdarm naar de maag. Onder aan de hals is dit te zien. Normaal gesproken is dit een probleemloos transport. Als de brok echter vastloopt, ontstaat er paniek. Soms komen voedseldelen terug uit de neus, het paard kan angstig zijn en zweten. Een allesbehalve prettige aanblik. Hulp van de dierenarts is direct noodzakelijk. Hij kan met behulp van water de verstopping wegspoelen. Als complicatie kan, door verslikking tijdens het weghalen van de verstopping, een longontsteking ontstaan.
Droge bietenpulp, gemaaid gazongras of grasbrok zijn bekende voedermiddelen, die een slokdarmverstopping veroorzaken. Maar een paard dat heel gulzig eet en onvoldoende kauwt, kan ook een verstopping krijgen van andere voedermiddelen. In dat geval kunnen grote ronde stenen in de voerbak voorkomen dat een paard het
krachtvoer te snel opeet.
De maag
Voor een goede maagwerking mogen de porties (kracht)voer niet te groot zijn
Het volume van de maag is klein in verhouding tot de rest van het maagdarmkanaal (3% van het lichaamsgewicht). Het paard is van origine een steppedier, dat de hele dag hapjes voedsel tot zich neemt en dus zorgt voor een min of meer continue stroom voedsel door het maagdarmkanaal. In de maag mengt het voedsel met de maagsappen, maagzuur en enzymen. Het zuur doodt bacteriën in het voedsel en het enzym pepsine verandert de structuur van de eiwitten. Een goede vermenging met maagsappen verbetert de vertering in de dunne darm. Als de voedselbrij nat is en dus meer speeksel bevat, vermengt het beter en sneller met de maagsappen.
Krachtvoer kan zuur voor een deel neutraliseren (bufferen). Na een maaltijd van hooi daalt de zuurtegraad (pH) in de voedselbrij meer dan na maaltijd van
krachtvoer. Dit betekent dat ruwvoer, met meer speeksel, beter mengt met de maagsappen. Behalve het soort voedermiddel is uiteraard ook de hoeveelheid belangrijk voor de mate van vermenging met de maagsappen. Geef een volwassen paard van 600 kg lichaamsgewicht daarom niet meer dan 2 kg
krachtvoer per maaltijd.
Problemen in de maag
Overproductie van maagzuur kan maagzweren veroorzaken. De maag registreert de
zuurtegraad van de voedselmassa en past de zuurproductie aan. Bij een minder goede menging met de maagsappen blijft de zuurtegraad te hoog, waardoor de maag meer maagzuur produceert. Op lokaal niveau kan dit maagzuur het slijmvlies beschadigen. Niet alle paarden met maagzweren hebben klinische klachten. Slecht of traag eten, koliekerig, en knarsen met de tanden zijn vaak de enige symptomen. Maagzweren komen regelmatig voor bij paarden. Zelfs bij veulens die nog bij de merrie lopen, zijn maagzweren gevonden. Naast een te
krachtvoerrijke voeding zijn andere factoren zoals stress, lange tijd vasten of onvoldoende ruwvoer oorzaken van maagzweren.
Als het paard ontsnapt en erg veel
krachtvoer in één keer opeet kan het gevolg dramatisch
zijn.
Krachtvoer kan opzwellen in de maag en omdat een paard niet kan braken, ontstaat een kritieke situatie. De dierenarts kan via een maagsonde de maagoverlading leeghalen. Gebeurt dit niet, dan bestaat het gevaar op een scheuring van de maagwand, wat onherroepelijk de dood van het paard betekent. De maag raakt niet overvuld van ruwvoer omdat het paard daar langer op kauwt, ruwvoer geen zwellend vermogen heeft en omdat ruwvoer eerder doorstroomt naar de dunne darm.
De dunne darm
De samenstelling van een voedermiddel bepaalt waar het in het maagdarmkanaal wordt verteerd. De vertering van bijvoorbeeld
krachtvoer, granen en wortelen gebeurt voornamelijk in de dunne darm, terwijl ruwvoer in de dikke darm wordt afgebroken.
Het paard heeft een dunne darm van ca. 20 meter lang. Enzymen in de darm breken vet, eiwit, zetmeel en suikers in kleine stukjes, die in het bloed terechtkomen. Enzymen kunnen geen vezels verteren. Voor een goede vertering moeten de enzymen letterlijk in aanraking komen met het voedsel. Kleine voedseldelen komen eerder in aanraking met enzymen, vandaar dat goed kauwen de vertering bevordert. Doordat de darm bewegingen maakt (contracties), vermengt de voedselmassa zich met de vloeistoffen van de darm en dus met de enzymen. Vezels in de voeding, stress, maar ook fysieke beweging beïnvloeden de mate van darmbewegingen en dus van de vertering.
Wordt vervolgt ...