InloggenBookmarks Woordenboek
UitloggenInstellingenForum-hulp!
Warboel
Mix van alle berichten uit alle rubrieken (forum oude stijl)
 
2652 berichten
Pagina 1½ van 177
Je leest nu alle berichten van "Michiel"
Volg datum > Datum: dinsdag 24 augustus 2004, 13:2324-8-04 13:23 Nr:10324
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen Re:10308
Volg onderwerp > Onderwerp: Re: =?iso-8859-1?Q?Re:_=5BPN=5DRe:_ma=EFs_v Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004
Voeding, mais, etc...

En dan is er nog een verschil tussen de hele plant en alleen de mailskolf, kortom hier het beloofde artikeltje over voeding.
Het is wel lang en wordt vervolgt. Frans heeft ook prima info over voeding op zijn site, het onderstaande komt niet uit de NH-hoek, mischien toch interessant? Groet, Michiel

Voeding! De Hoefslag - Vertering
Spijsvertering van het paard (16 mei 2002)

Voedingsfouten zijn regelmatig oorzaak van koliek of diarree bij paarden. Een goed samengesteld rantsoen en juist voermanagement voorkomen veel ellende. Kennis van de werking van het maagdarmkanaal en het verteringsproces vormen de basis voor het samenstellen van een goed rantsoen.

Tekst: Anneke Hallebeek
Wat gebeurt er met het voer in het paard tussen voeren en uitmesten? De spijsvertering begint bij de mond. De voedselbrok gaat via de slokdarm naar de maag en komt na enige tijd in de dunne darm, de blinde darm en de dikke darm om uiteindelijk 35 tot 50 uur later in de vorm van mest weer tevoorschijn te komen. In alle delen van het maagdarmkanaal spelen processen die het voedsel verkleinen en verteren, zodat de voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen. De uiterlijke kenmerken van de mest vertellen ons uiteindelijk of het voedsel goed is verteerd.

Mond en gebit
Een goed gebit staat aan het begin van een goede vertering. Paarden nemen voedsel op met lippen en tanden. Met de lippen selecteren ze wat ze wel en wat ze niet willen. Eenmaal in de mond vermalen de kiezen het voedsel. Kauwen verkleint het voedsel en stimuleert de speekselproductie. Beide functies zijn noodzakelijk voor een goede vertering van het voedsel. Paarden kauwen ongeveer 40 minuten op een kilo ruwvoer (hooi) en ongeveer 10 tot 20 minuten op een kilo krachtvoer. Het tijdsverschil in kauwen zorgt voor een groot verschil in speekselproductie. Per kilo ruwvoer produceert het paard ongeveer 3 tot 5 liter speeksel, terwijl een kilo krachtvoer slechts 1 tot 1.5 liter speeksel oplevert. Vermenging met speeksel zorgt ervoor, dat een voedselbrok gemakkelijk door de slokdarm glijdt en goed mengt met de maagsappen. Geef daarom geen grote maaltijd van krachtvoer of granen. De dunne darm verteert het voer dan minder goed en het kan stoornissen in de maag veroorzaken. Verdeel het krachtvoer in meerdere porties over de dag.
Diverse problemen met het gebit kunnen gevolgen hebben voor de opname of het verteren van voedsel.

Het tanden wisselen kan tijdelijk problemen geven met de voedselopname. Jonge paarden
wisselen op de leeftijd van 2.5, 3.5 en 4.5 jaar. In ernstige gevallen, bijvoorbeeld als het slijmvlies van het gehemelte erg sterk is gezwollen (zogenaamd ‘hangend rooster’), eet het paard bijna niets meer. Probeer dan tijdelijk zacht voedsel te voeren zoals slobber en fijn hooi of gras.
De kiezen sluiten niet helemaal op elkaar, maar door een goede kauwbeweging slijten de
kiesvlakken normaal gesproken recht af. Als de stand van de kiezen niet goed is of als het paard onvoldoende kauwt groeien delen van de kiezen door. Deze ‘haken’ komen aan de binnen- of buitenkant van de kies voor. Pijnlijke beschadigingen van het wang- of tongslijmvlies belemmeren het eten. Het paard kauwt onvoldoende en kan ‘proppen’ voer in de voerbak laten vallen. Het voer verteert slechter en in langdurige gevallen vermagert het paard.
Bij paarden ouder dan 25 tot 30 jaar kunnen de tanden en kiezen bijna tot op het tandvlees
zijn afgesleten. Omdat ze minder goed kunnen grazen en kauwen verteert het voedsel slecht en kunnen oude paarden vermageren, ondanks een goede eetlust. Makkelijk verteerbaar voedsel, zoals slobber, ontsloten krachtvoer en fijn ruwvoer (gras, fijn hooi, kuilgras) kan een
oplossing bieden.

De slokdarm
Na het doorslikken glijdt de voedselbrok door de slokdarm naar de maag. Onder aan de hals is dit te zien. Normaal gesproken is dit een probleemloos transport. Als de brok echter vastloopt, ontstaat er paniek. Soms komen voedseldelen terug uit de neus, het paard kan angstig zijn en zweten. Een allesbehalve prettige aanblik. Hulp van de dierenarts is direct noodzakelijk. Hij kan met behulp van water de verstopping wegspoelen. Als complicatie kan, door verslikking tijdens het weghalen van de verstopping, een longontsteking ontstaan.
Droge bietenpulp, gemaaid gazongras of grasbrok zijn bekende voedermiddelen, die een slokdarmverstopping veroorzaken. Maar een paard dat heel gulzig eet en onvoldoende kauwt, kan ook een verstopping krijgen van andere voedermiddelen. In dat geval kunnen grote ronde stenen in de voerbak voorkomen dat een paard het krachtvoer te snel opeet.

De maag
Voor een goede maagwerking mogen de porties (kracht)voer niet te groot zijn
Het volume van de maag is klein in verhouding tot de rest van het maagdarmkanaal (3% van het lichaamsgewicht). Het paard is van origine een steppedier, dat de hele dag hapjes voedsel tot zich neemt en dus zorgt voor een min of meer continue stroom voedsel door het maagdarmkanaal. In de maag mengt het voedsel met de maagsappen, maagzuur en enzymen. Het zuur doodt bacteriën in het voedsel en het enzym pepsine verandert de structuur van de eiwitten. Een goede vermenging met maagsappen verbetert de vertering in de dunne darm. Als de voedselbrij nat is en dus meer speeksel bevat, vermengt het beter en sneller met de maagsappen. Krachtvoer kan zuur voor een deel neutraliseren (bufferen). Na een maaltijd van hooi daalt de zuurtegraad (pH) in de voedselbrij meer dan na maaltijd van krachtvoer. Dit betekent dat ruwvoer, met meer speeksel, beter mengt met de maagsappen. Behalve het soort voedermiddel is uiteraard ook de hoeveelheid belangrijk voor de mate van vermenging met de maagsappen. Geef een volwassen paard van 600 kg lichaamsgewicht daarom niet meer dan 2 kg krachtvoer per maaltijd.

Problemen in de maag
Overproductie van maagzuur kan maagzweren veroorzaken. De maag registreert de
zuurtegraad van de voedselmassa en past de zuurproductie aan. Bij een minder goede menging met de maagsappen blijft de zuurtegraad te hoog, waardoor de maag meer maagzuur produceert. Op lokaal niveau kan dit maagzuur het slijmvlies beschadigen. Niet alle paarden met maagzweren hebben klinische klachten. Slecht of traag eten, koliekerig, en knarsen met de tanden zijn vaak de enige symptomen. Maagzweren komen regelmatig voor bij paarden. Zelfs bij veulens die nog bij de merrie lopen, zijn maagzweren gevonden. Naast een te krachtvoerrijke voeding zijn andere factoren zoals stress, lange tijd vasten of onvoldoende ruwvoer oorzaken van maagzweren.
Als het paard ontsnapt en erg veel krachtvoer in één keer opeet kan het gevolg dramatisch
zijn. Krachtvoer kan opzwellen in de maag en omdat een paard niet kan braken, ontstaat een kritieke situatie. De dierenarts kan via een maagsonde de maagoverlading leeghalen. Gebeurt dit niet, dan bestaat het gevaar op een scheuring van de maagwand, wat onherroepelijk de dood van het paard betekent. De maag raakt niet overvuld van ruwvoer omdat het paard daar langer op kauwt, ruwvoer geen zwellend vermogen heeft en omdat ruwvoer eerder doorstroomt naar de dunne darm.

De dunne darm
De samenstelling van een voedermiddel bepaalt waar het in het maagdarmkanaal wordt verteerd. De vertering van bijvoorbeeld krachtvoer, granen en wortelen gebeurt voornamelijk in de dunne darm, terwijl ruwvoer in de dikke darm wordt afgebroken.
Het paard heeft een dunne darm van ca. 20 meter lang. Enzymen in de darm breken vet, eiwit, zetmeel en suikers in kleine stukjes, die in het bloed terechtkomen. Enzymen kunnen geen vezels verteren. Voor een goede vertering moeten de enzymen letterlijk in aanraking komen met het voedsel. Kleine voedseldelen komen eerder in aanraking met enzymen, vandaar dat goed kauwen de vertering bevordert. Doordat de darm bewegingen maakt (contracties), vermengt de voedselmassa zich met de vloeistoffen van de darm en dus met de enzymen. Vezels in de voeding, stress, maar ook fysieke beweging beïnvloeden de mate van darmbewegingen en dus van de vertering.

Wordt vervolgt ...
Volg datum > Datum: dinsdag 24 augustus 2004, 13:2724-8-04 13:27 Nr:10325
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen
Volg onderwerp > Onderwerp: Voeding 2 Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004

De vertering
Vetten splitsen in vetzuren en glycerol en met behulp van gal uit de lever vormen zich kleine druppels, die wateroplosbaar zijn en naar de darmwand gaan. De vetzuren uit deze druppels gaan door de darmwand het lichaam in. Vetzuren komen niet direct in het bloed, maar eerst in de lymfevloeistof. Paarden verteren 60 tot 80% van het opgenomen vet in de dunne darm.
Zetmeel en andere ‘makkelijk verteerbare koolhydraten’ splitsen tot enkelvoudige suikers, zoals glucose. Voor het afbreken van zetmeel is het enzym amylase nodig. Het paard kan een beperkte hoeveelheid amylase maken. En kan daarmee dus een beperkte hoeveelheid zetmeel verteren. Teveel zetmeel dat doorstroomt naar de dikke darm, kan daar leiden tot stoornissen (zie aldaar). Vandaar dat een paard niet meer dan globaal 2.5 gram zetmeel per kg lichaamsgewicht per maaltijd mag hebben. Concreet: voor een paard van 600 kg betekent dit niet meer dan 1500 gram zetmeel, dus maximaal 4 kg haver of 2.5 kg maïs of 3.5 kg zetmeelrijk krachtvoer per maaltijd. Dus als men het advies volgt een volwassen paard niet meer dan 2 kg krachtvoer (inclusief granen) per maaltijd te voeren ten behoeve van een goede maagwerking, kan een overschot aan zetmeel niet optreden.
Eiwitten zijn complexe verbindingen van verschillende aminozuren. Dit zijn essentiële bouwstenen in het lichaam. De dunne darm is belangrijk voor de eiwitvoorziening van het paard. Alleen in de dunne darm gaan aminozuren door de darmwand naar het bloed. De enzymen in de dunne darm knippen eiwitten in kleine stukjes die worden opgenomen.
De enzymen van de dunne darm verteren niet al het eiwit, zetmeel en vet. Een deel van het voedsel stroomt onverteerd door naar de dikke darm. Het soort voedermiddel en de hoeveelheid bepalen de verteerbaarheid in de dunne darm. De structuur van maïszetmeel verschilt van bijvoorbeeld haverzetmeel en verteert minder snel in de dunne darm. Maïs voorbehandelen door te poffen of te malen, verbetert de dunne darmverteerbaarheid. Eiwit in verschillende voedermiddelen vertoont de grootste variatie in de dunne darmvertering. De dunne darm kan ongeveer 25% van het eiwit uit hooi afbreken en ongeveer 75% van het eiwit uit krachtvoer of granen. Ondanks de relatief lage vertering van eiwit uit hooi in de dunne darm kan dit voldoende zijn voor het paard, uiteraard afhankelijk van situatie en dus de eiwitbehoefte van het paard. Een tekort aan aminozuren is niet te snel te verwachten, aangezien de eiwitgehalten in rantsoenen over het algemeen veel groter zijn dan het paard nodig heeft.

De blinde en dikke darm
Bacteriën in de blinde en dikke darm produceren veel energie in de vorm van vluchtige vetzuren. Het paard kan deze energie goed gebruiken. De blinde darm is bij het paard erg groot en vult de hele rechterzijde van de buik. De blinde darm is een zakvormig orgaan, waar het voer enige tijd verblijft. Daarna stroomt het door naar de dikke darm, die ook aanzienlijk van formaat is. In deze darmdelen kunnen paarden vezels uit hooi en gras afbreken. Of eigenlijk zorgen de miljarden bacteriën en protozoën die hier verblijven, voor de afbraak van de voedseldelen. Dit proces heet fermentatie. Om te leven, te groeien en te vermeerderen gebruiken de bacteriën de onverteerde resten van het voer die via de dunne darm binnenkomen. Voor een groot deel bestaat dit uit vezels, maar ook onverteerd vet, zetmeel en eiwitten stromen door naar de dikke darm. Door het voedsel om te zetten, ontstaan vluchtige vetzuren. In de blinde en de dikke darm worden deze vluchtige vetzuren snel afgegeven aan het bloed en door het paard gebruikt als energiebron. De voedselmassa stroomt gestaag door naar de endeldarm en met de mest verdwijnen onverteerde voedseldelen en veel bacteriën.
De fermentatie is een dynamisch proces. De mate en de snelheid van bacteriegroei zijn afhankelijk van het voedsel dat in de dikke darm terechtkomt en dus van het totale rantsoen. Indien de dunne darm het rantsoen grotendeels verteert, is er weinig over voor de fermentatie. Hoe meer onverteerd voedsel in de dikke darm komt, des te meer bacteriën kunnen groeien en energie voor het paard produceren. De voedselbestanddelen bepalen de snelheid waarmee bacteriën deze afbreken. Ruwe celstof uit stro bijvoorbeeld, fermenteert langzaam, terwijl zetmeel uit granen zeer snel fermenteert. Is de fermentatie te traag, dan kan een verstopping optreden in de dikke darm, bijvoorbeeld als een paard te veel stro eet. Verloopt de fermentatie te snel, dan kan een overmaat aan melkzuurproductie het fermentatieproces verstoren en diarree of koliek veroorzaken. Dit kan onder andere gebeuren als het rantsoen te veel zetmeel (krachtvoer of granen) bevat. Een volle dikke darm waar veel bacteriën het voer rustig fermenteren, raakt minder snel uit balans dan een dikke darm met weinig inhoud. Krijgt een paard weinig ruwvoer, dan kan de balans makkelijker verstoord raken en zijn stress of kleine rantsoenveranderingen eerder reden voor het ontstaan van koliek. Voor een rustige fermentatie zijn vezels nodig, die niet te snel fermenteren. Hooi of langstengelig kuilgras zijn hiervoor zeer geschikt. Ruwvoer is de basis van een goed rantsoen en krachtvoer is als aanvullend voer bedoeld. Een officiële of wetenschappelijke richtlijn ontbreekt voor een minimaal of optimaal ruwvoeraandeel in rantsoenen voor paarden. Maar in overdreven zin geldt: teveel ruwvoer geeft geen problemen, te weinig ruwvoer wel.
De mest is uiteindelijk het eindproduct van de vertering. Bij een goede vertering produceert het paard afgeronde gladde mestballen zonder lange resten ruwvoer. Bij afwijkende mest moet de samenstelling van het rantsoen en de gezondheid van het paard kritisch bekeken worden.

© De Hoefslag, publicatie uitsluitend met bronvermelding
Volg datum > Datum: woensdag 25 augustus 2004, 18:2825-8-04 18:28 Nr:10443
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen Re:10440
Volg onderwerp > Onderwerp: Re: je een ongeluk zweten? Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004
e m kraak schreef op woensdag, 25 augustus 2004, 18:05:

> MAAR:
>
> hoe verklaar je me dan de serieus zieke/dooie ijscoos door de
> jaren heen vanwege na gebruik in wei te dumpen zoals jij
> propageert? Ik voel me een beetje alsof ik dit zit te
> verzinnen... ergens klopt er iets niet.

Ik kan niet zeker weten of hun dood veroorzaakt is door het nat weg zetten in een winderige wei. Het zou best wel eens het verhaal kunnen zijn dat mensen er op plakken. Hun dood kan andere oorzaken hebben, zelfs al komt het verhaal van een dierenarts, dan nog zou er meer onderzoek nodig zijn, om het zweten de schuld te geven.
En iedereen mag van mij een deken om zijn natte paard doen, het kan geen kwaad doorgaans en is gewoon zorgzaam bedoelt.

Michiel
Volg datum > Datum: woensdag 25 augustus 2004, 20:2225-8-04 20:22 Nr:10453
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen Re:10449
Volg onderwerp > Onderwerp: Re: je een ongeluk zweten? Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004
jo schreef op woensdag, 25 augustus 2004, 19:13:

> Michiel schreef op woensdag, 25 augustus 2004, 18:28:
>
>> En iedereen mag van mij een deken om zijn natte paard doen, het
>> kan geen kwaad doorgaans en is gewoon zorgzaam bedoelt.
>>
>> Michiel
> Dus als ik het zorgzaam bedoel, magik mijn paard als een
> michelin-mannetje inpakken? :?

Van mij wel :-)
Je weet dat niet, dat het kwaad kan voor je paard zo te overdrijven. En dan vraag ik Ilona of ze je vriendelijk en duidelijk wil voorlichten :-))

Michiel
Volg datum > Datum: donderdag 26 augustus 2004, 10:4926-8-04 10:49 Nr:10491
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen Re:10485
Volg onderwerp > Onderwerp: Re: je een ongeluk zweten? Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004
Nu we het toch over conditie hebben, hier een mooie richtlijn uit de endurance hoek: Groet, Michiel ( straks deel 2)

Endurance training
http://www.deronline.nl
http://hartslag.fuld.net

Elke training moet beginnen met een goede warming-up. Zelf stap ik minstens een kwartier en in het volgende kwartier alleen drafreprises, d.w.z. 100 m draf, 300 m stap, 200 m draf, 200 m stap, 300 m draf, 100 m stap etc... dus steeds iets langer draven en minder stappen. Een gezond en redelijk getraind paard moet in een rustige draf (op niet al te zware ondergrond!) niet boven de 100 hartslagen per minuut komen, de mijne doet het wanneer ie goed in training is en er geen gekke dingen zich voordoen rond de 80. Een goede warming-up duurt minstens een half uur! En als je het echt serieus doet zeker drie kwartier. Is je paard eenmaal lekker warm (maar niet kletsnat van het zweet!) ga je aan het werk.

E N D U R A N C E B A S I S T R A I NI N G

V o o rwo o r d

Men heeft mij gevraagd of ik mij zou willen bezig houden met de basisvorming van de endurance-ruiters .Als je zelf alles alleen moet uitzoeken kost dat veel tijd.Het gaat dus veel sneller als je van te voren al heel wat nuttige informatie krijgt.Helaas zijn er niet zo veel goede bronnen.De beste informatie vind je helaas alleen in engelstalige boeken.En dan nog moet je het kaf van het koren scheiden.Uit mijn ervaring vanuit het zadel en de vele boeken die ik ooit las, heb ik gekozen voor een trainingschema dat voor ieder paard geschikt is als basistraining.Na de basistraining is het aan de ruiter om te weten hoe hij de conditie van zijn paard nog kan verbeteren.Want ieder paard is verschillend,en wie kent zijn paard beter dan de ruiter? (tenminste zo zou het moeten zijn).Als men een huis bouwt steen voor steen, en met de nodige zorg, dan krijgt u een degelijke woning.Als u snel werkt en slordig, krijgt u ook een woning , maar de kans dat ze instort net voor u de laaste steen legt , is zeer behoorlijk.En met de training van uw paard is dit niet anders! Ik hoop dat deze basistraining velen onder u wat kan bijbrengen, indien dit zo is, laat mij dan een reactie per mail, zodat we misschien nog meer van zulke informatie op de site kunnen zetten)


Algemeen

Begin de training steeds met 10 min opwarming in stap om de spieren op te warmen en te rekken.Begin dan in een rustige draf voordat u overgaat naar een sneller tempo of een canter (rustige galop).Bouw het werktempo rustig op .Voor een galop moet het paard minstens 20 min goed opgewarmd zijn.Als de training op zijn einde loopt , bouw dan ook steeds terug rustig af.Laat het paard de laatste km rustig uitstappen , afvalstoffen worden verwijderd en het paard koelt rustig af. Probeer hem zo veel mogelijk droog te stappen.Eenmaal aangekomen is hij al een stuk afgekoeld.Als hij nog moet gekoeld worden , koel dan zijn nek en de onderbenen , maar houdt zijn achterhand warm, zodat zijn spieren soepel blijven.De achterhand koelen zou tot gevolg hebben dat deze spieren gaan verkrampen.

Het Begin van de training (voor een niet Fit paard of een jong paard)

Niveau 1

De beste manier om met een niet fit of jong paard te beginnen trainen, is met te stappen. Begin met 5 x per week , 20-30 min te stappen.Wel doorstappen,en liefst met lange teugel. Als hij dit goed afkan , bouw je dit op tot 1 uur stappen. Als hij dit weer vlot aankan, zoek dan wat lichte hellingen op.Moedig hem aan van zijn achterhand te gebruiken ,en verhinder dat hij zich aan zijn voorbenen optrekt.Dit is een zeer goede oefening voor de ontwikkeling van zijn achterhand. Dit proces kan tot 3 weken duren voor een paard met totaal geen conditie. Forceer niets , maar leer uw paard te voelen , zodat u weet wanneer hij klaar is om door te gaan.

Niveau 2

Eens hij goed stapt , kan je beginnen met enkele korte drafsessies in te lassen.Hou de sessies kort , maximaal een paar minuten per keer.Tijdens de wandeling van 1 uur , draaf je in totaal niet meer dan 10 min. Begin weer op vlak terrein.Bouw de trainingsduur op naar 1.15 u , en later naar 1.5 uur.Weer 5 x per week.Dit stadium kan tot 3 weken duren.Nogmaals , forceer niets, zodat het paard het aangenaam vindt , en niet dat hij depressief wordt als hij u met het zadel ziet komen.

Niveau 3

Eens hij 1.5 u goed kan stappen , verhoog je de drafsessies naar 20 min in totaal. Maak de sessies wat langer.Bijvoorbeeld 5 keer 4 minuten .Nu kan u beginnen met hem beetje dressuurmatig wat bij te leren. Probeer tijdens de korte drafsessies zijn pas te verruimen.(ongeveer2 weken of meer)

Niveau 4

Als hij dit goed aankan , begin je te draven op wat heuvelachtig terrein .

Niveau 5

Bouw de training op tot 1.45 u .Nog steeds 5x per week.Maar laat hem nu 20 min constant draven.
Probeer hem zeer evenwichtig te rijden ,in balans.Een goede looptechniek kan hem goed van pas komen.Probeer hem voorwaarts-neerwaarts te rijden ,zodat hij zijn rug loslaat en ontspant , zodat hij ruim kan bewegen.Leer hem wat overgangen maken van stap naar draf , leer hem goede manieren.Ze zullen je later nog veel van pas komen.Leer hem af te remmen met je benen en je zit, en probeer niet te veel aan de teugels te gaan hangen.

Niveau 6

Eens hij het vorige niveau goed aankan ,verhoog je de drafduur.Je legt nu meer afstand af , enerzijds omdat de wandeling langer duurt , anderzijds omdat hij steeds langer draaft.De algemene regel is ; vergroot altijd de werktijd aan een lager tempo, voordat u meer tijd aan een sneller tempo toevoegt.U kan nu een meer ruimere draf vragen , of een canter,als hij dit graag doet.Laat hem nog niet meer dan 5min constant canteren.Zijn draf-duurtijd loopt nu stilaan naar 30 min.U mag ook die 30 vervangen door wat longeer werk ,wat canter werk , wat dressuur , of wat jumping.U kan de trainingsessie nog uitbouwen tot 2 uur door de staptijd te vergroten.Nu hier gekomen , zijn we ongeveer week 10- 12 , en uw paardje is al behoorlijk fit.
Uw paard heeft nu zijn basisconditie.

Niveau 7

Vanaf hier komt er verandering in het trainingschema.U kan niet blijven de trainingsduur te verlengen , en uw paardje zou het ook maar vervelend gaan vinden.Vanaf hier moet u de training vullen al naargelang de behoefte van uw paard.Hij moet nog steeds 5 x per week werken.En twee dagen rust. U kan nu bijvoorbeeld de ene dag een fixe wandeling maken aan een goed tempo gedurende 2.5 uur.De volgende dag laat u hem bijvoorbeeld 1 tot 1.5 uur constant werken . De ene dag longeer je hem 30 - 40 minuten, de andere dag school je hem in het verruimen van zijn pas en werk je aan zijn souplesse gedurende1 uur.Of je hebt een dressuur- of springles.De ene dag maak je wat sprongetjes, de andere dag train je wat snelheidswerk.De ene dag wandel je langs het strand , of zoek je de bergen op , om wat verandering te krijgen in de bodemstructuur.

Bergtraining

Bergtraining is veruit de meest efficiënte training in het fitness-programma van het het paard.Stevige wandelingen bergop en bergaf maken zijn achterhand uitermate sterk.Let wel op dat hij wel degelijk zijn achterhand gebruikt en zich niet optrekt aan de voorbenen.Bergop draven,en later canteren ,vergen veel meerkrach inspanning dan dezelfde training opeen vlakke ondergrond.Je kan met geen enkele andere training de hartspier zo goed trainen.Let op ,ga bergaf niet sneller dan een lichte jog om kwetsuren en valpartijen te voorkomen.Tijdens een wedstrijd ga je allicht wat sneller om tijd te winnen.
Volg datum > Datum: donderdag 26 augustus 2004, 10:5826-8-04 10:58 Nr:10492
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen
Volg onderwerp > Onderwerp: Conditie training 2 Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004
Het vervolg: Wedstrijd- klaar ?

Eens je paard het goed afkan van 5x week, 2 uren per dag , te trainen , mag je aannemen dat hij klaar is om zijn eerste wedstrijd te lopen.Leer welke snelheid uw paardje ongeveer loopt in de verschillende gangen.De gemiddelde snelheid in stap ligt bij de meeste paarden tussen de 6-9 km/u , in draf 11-19, canter 14-22 km/u .Laat uw paard zo veel mogelijk zijn favoriete gang lopen.Hij kiest ervoor omdat dit hem het beste ligt.Vergeet niet af en toe van been te veranderen zodat u beide paar diagonale benen evenveel gebruikt.
Als je zeker wil zijn of hij wel klaar is ,loop dan eens een 24-32 km route voor de wedstrijd als training.Rij dan het tempo dat je op de wedstrijd wil lopen.Bouw het tempo op gedurende de route.Probeer te werken aan een goed draftempo , afwisselend met wat canter-werken wat stap.Bouw ook naar het einde toe het tempo rustig af , en eindig metde laaste km rustig uit te stappen.
Controleer zijn hartslag na 10 min en na30 min.Hoe sneller hij recupereert hoe beter.Het is de snelheid waarmee zijn hartslag zakt , die bepaalt hoefit hij is.Geloof het of niet , maar het moeilijkste deel van de training zit er hier op.

Hoe verder trainen na de basis-training ?

Je moet nu zijn bestaande conditie verder gaan uitbouwen.Denk erom dat een marathon loper niet de afstand loopt van zijn wedstrijd.Hij loopt misschien 1/3 of 2/3 vd afstand , maar nooit de hele marathon.Het heeft totaal geen zin,en je zou alleen maar als resultaat krijgen, dat hij leeg gelopen is, overwerkt voordat de wedstrijd begint.Je kan beginnen met met de snelheid van de draf sessies op te trekken , of de drafduur te verhogen.Zoek wat meer heuvelachtig terrein op , kies al eens voor een zware ondergrond.Let op , doe alles systematisch, en bouw alles rustig op , om kwetsuren te vermijden. Eens hij een 30km route zeer gemakkelijk afkan , probeer dan eens een 50km wedstrijd.Wanneer de trainingen goed opgebouwd zijn , ga je merken dat deze paarden niet veel problemen hebben met wat extra kilometers te lopen. Het is tenslotte maar 2 keer 25 km , want hij krijgt 1 uur verplichte rust opgelegd.Eens hij deze 50 km goed aankan, probeer dan eens een 60 km te lopen.De wedstrijden dienen ervoor om wat langere afstanden te leren lopen.Denk aan de basisregel , leer hem eerst lang lopen, dan pas sneller.Het zal minstens 2 à 3 seizoenen duren voordat een paard laat zien wat hij in zijn mars heeft qua snelheid.

Fitness voor het leven = respecteer de leeftijd

Aangeraden wordt om met een vijfjarige te starten in de laagste afstanden (initiatie).Loop maximaal een vijftal wedstrijden het eerste jaar.In alle geval , niet langer dan 30 km.Een zesjarige loopt wat kleinere kwalifikaties1 (50km ) en een trage vlakke kwalifikatie van 60km op het einde van het seizoen.
Een zevenjarige heeft maturiteit genoeg om een klasse 1 wedstrijd uit te lopen.En op negenjarige leeftijd kan je de kilometers en de snelheid nog wat op trekken.Er zijn natuurlijk paarden die reeds op zevenjarige leeftijd heel grote wedstrijden lopen , maar er zijn altijd uitzonderingen.
Maar het merendeel van de paarden bereikt zijn maturiteit pas op negenjarige leeftijd.Tussen 10 - 14 jaar zijn ze in de fleur van hun leven.Uw paard heeft nog een heel leven voor hem , dus waarom forceren.Er zijn paarden genoeg bekend die op hun twintigste nog 160 km wedstrijdlopen.
Wanneer je start met een volwassen paard van negen jaar , dan kan u reeds op het eind van het eerste seizoen een klasse1 wedstrijd meelopen.En het jaar erop al aan een redelijk snelheid.Maar u moet toch rekenen op 3 seizoenen voordat je paard het beste van zich gaat geven.Doe het voorzichtig , want anders is na drie seizoenen het beste er al af. Maar als je na drie jaar een160 km uitgelopen hebt , dan weet je dat dit alles niet voor niets is geweest.

Longeren

Longeren is een goed alternatief ipv te rijden.Longeer niet langer dan 30-40min.Maak de cirkel wel groot , zodat het paard niet te veel op het binnenbeen valt.Nog beter is ovaal ipv een circel .U gaat nu zelf een beetje in een cirkel mee bewegen ipv te blijven staan op 1 plaats.Zo krijgt het paard meer ruimte om te lopen , en krijg je een ovale cirkel ipv een ronde. Longeren is goed omdat het paard nu ook eens kan werken zonder een last te dragen.Vergeet wel niet op beide kanten te longeren.Zeer fitte paarden kunnen gelongeerd en bereden worden op dezelfde dag.

Snelheidswerk

Eens je paard fit genoeg is kan je starten met sneller werk gedurende korte periodes .Sommige korte snelle ritten en een paar korte canters in een langere rit , zullen uw paard zijn conditie aanzienlijk verbeteren.Interval -training is een zeer goede methode.Let wel , snelheidswerk is onnodig voor endurance-paarden die in de eerste fases van hun training zitten.Om snel werk te leveren , gebruikt het paard andere spieren dan voor het traag werk.Logisch dat u deze spieren ook moet trainen wanneer u tijdens wedstrijden snellere tempo's gaat lopen.Bouw het snelheidswerk altijd geleidelijk op, zodat het paard de nodige tijd krijgt om zich aan te passen.Er zijn verschillende methodes.De algemene methode werkt als volgt : warm eerst het paard goed op , dan galoppeer je 1-1.5 km , wacht dan tot het paard zijn hartslag gezakt is tot beneden de120.Doe dit 3 maal.
Een andere methode is : galoppeer 2 minuten, en stap 3 minuten.Herhaal dit enkele keren.De bedoeling is dat de recuperatie-tijd korter wordt , en het aantal keren opgedreven wordt.Een hartslagmeter is hier wel noodzakelijk.
Zulke interval - training doet u best 1 en maximaal 2 keer per week.Noteer telkens hoe snel zijn hartslag gezakt is , zodat u weet dat u vooruitgang maakt , of dat u een stapje terug moet doen.Gedurende de stap-periode tussen de galops , zullen de hartslagen tussende 70-90 slagen per minuut liggen.
Eens je paardje goed getraind is zullen de wedstrijden dienen om zijn conditie te verbeteren.Het heeft geen zin van thuis nog meer te doen. U kan niet een gans jaar de trainingen zwaarder en zwaarder gaan maken , eens hij er is, moetje zijn conditie zien te onderhouden.
Volg datum > Datum: donderdag 26 augustus 2004, 11:0026-8-04 11:00 Nr:10493
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen
Volg onderwerp > Onderwerp: Conditie training 3 Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004

Hierna volgt een voorbeeld van een onderhouds-tabel voor paarden die hun conditie reeds bereikt hebben.Dit is één van de vele mogelijkheden!!

1) Initiatie - ritten aan 13 km per uur

maandag : 1 uur traag werk ( 10-11 km )

dinsdag : rust

woensdag : 1 uur dressuur of 1 uur jumping

donderdag : 1.5 uur vlotte draf (18 km aan 12per uur) , of 30 min longeren aan goed tempo , of 30 min dressuur en ritje van1u

vrijdag : rust

zaterdag : 2 uren training , aan 12 km per uur , of aan 10- 11 per uur , maar met wat canter-werk

zondag ; 1.5 uur training , aan 11-13 per uur, of aan 10 per uur maar met 1 tot 2 korte snelle canters

Als uw paard dit goed afkan , dan zal hij ook met gemak een initiatie wedstrijd kunnen lopen tegen 13 km /u


2) 60 - 80 km wedstrijden aan 13 km per uur of langere wedstrijden aan lager tempo

maandag : 2 uur traag werk , aan 10-11 km per uur en inclusief 30 min dressuur.

dinsdag : rust

woensdag : 1 uur dressuur of 1 uur jumping

donderdag : 2 uur training aan 11 km per uur , inclusief 40 min longeren in draf en canter

vrijdag : rust

zaterdag : 2.5 uur training aan 11 km per uur (eventueel inclusief 40 min dressuur , of longeerwerk in draf en canter)

zondag : 2.5-3u training aan 11 km per uur , inclusief 30 min dressuur of interval training als hij fit genoeg is

Deze trainingen zullen uw paard klaarmaken om wedstrijden te lopen van 60-80 km aan 13 km per uur of langere wedstrijden aan een lagertempo.


3) Meer dan 95 km , hogere snelheden , en tot 160km

maandag : 1 uur traag werk 10-11 km per u

dinsdag : rust

woensdag : 1 uur dressuur of 1 u jumping

donderdag : 1.5 uur aan 13 km per uur inclusief wat interval - training

vrijdag : rust

zaterdag : 2 uur training aan 11 - 12 km per uur ,inclusief 30 min dressuur , of 40 min longeerwerk in draf en canter

zondag : 2 uur training aan 13 km per uur , indien nodig inclusief 1 interval sessie of een paar langere stevige canters

Eens hij dit niveau bereikt heeft zal je misshien wat werkload moeten afbouwen , afhankelijk van uw type paard , om hem
niet te overwerken .Eens hij fit genoeg is , mag hij niet overwerkt worden , maar spaar hem voor de competiewedstrijden


De laatste dagen voor de wedstrijd worden zijn trainingen lichter gemaakt,om wat mentale en fysische energie op te sparen.Laat hem niet rusten , want dan krijg je alleen maar last met de voeding.Geef hem wat lichter aangepast werk.Na een wedstrijd van ongeveer 50- 80 km ,geef je hem best drie dagen recuperatietijd, weidegang bijvoorbeeld.Zorg dat hij wel kan bewegen , zodat de spieren soepel blijven.Na een wedstrijd van 90km en meer geef je hem best 1 week rust.En na een 160 km , geef je hem best enkele weken vakantie.Nogmaals , dit zijn enkel tips van de beste endurance-ruiters ter wereld , maar ieder paard is verschillend ,en het is de endurance-ruiter die een training-schema op maat voor zijn paard moet maken.Er kan altijd maar ééntje winnen, ook al trainen ze allemaal hetzelfde.

Veel Succes
Volg datum > Datum: zondag 29 augustus 2004, 10:2829-8-04 10:28 Nr:10720
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen Re:10688
Volg onderwerp > Onderwerp: Re: Toch maar weer(tijdelijk) een ijzer. Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004
>> Mijn conclusie: Het gaat best zonder ijzers, maar je kunt niet
>> onbeperkt doorgaan.
>
> Dat lijkt mij ook een logische conclusie. Oei, wat zeg ik nu
> weer hier.

Natuurlijk die hoeven hebben bescherming nodig dat blijkt wel.


> Maar dat is dus ook de reden dat ik hoefschoenen heb voor de
> kar. Anders slijten haar hoeven gewoonweg harder dan dat ze
> groeien. Nu hoef ik er nauwelijks iets af te halen. Ik ga dit
> gewoon niet uitproberen of het wel of niet kan overigens in mijn
> geval.
>
> Maar jij kunt geen hoefschoenen nemen (helaas) want die dingen
> wegen veel te veel.

Bij de trainingen gewoon hoefschoenen gebruiken. Die schoenen kunnen die snelheden wel aan ... dacht ik ... al weet ik het niet zeker. Wie heeft er ervaring met hoefschoenen en de voor en nadelen tijdens snelheidswerk? En als er eens een wedstrijd is, op blote voeten rennen, mocht de snelheid werkelijk beter zijn. En ook dat is nog maar de vraag, vooraf uittesten natuurlijk. Op deze manier houdt je paard zijn uitstekende voeten en kun je er toch mee de renbaan op. Dat zou mijn keuze zijn als straks deze ijzers aan wisselen toe zijn.

Michiel
Volg datum > Datum: zondag 29 augustus 2004, 11:0129-8-04 11:01 Nr:10723
Volg auteur > Van: Michiel Opwaarderen Re:10721
Volg onderwerp > Onderwerp: Re: rondjes lopen, paard met een tik? Structuur

Michiel
Homepage
Zwolle
Nederland

Jarig op 19-7

2652 berichten
sinds 8-2-2004

> Probeer een boettdeken, dat is een eczeemdeken. Ook de hals
> wordt bedekt en de staartwortel.

Er is ook een emailgroep voor:
http://groups.yahoo.com/group/zomereczeem/

Die mensen blijven zoeken naar makkelijker oplossingen en tot
dusver is de boetdeken omdoen, het enigste wat echt goed helpt.
In die groep vind je ook ervaringen welke dekens het beste en goedkoopst zijn, of hoe zelf te maken.

Groetjes, Michiel
Je leest nu alle berichten van "Michiel"
Warboel
Mix van alle berichten uit alle rubrieken (forum oude stijl)
 
2652 berichten
Pagina 1½ van 177
 InloggenBookmarks Woordenboek
UitloggenInstellingenForum-hulp!

Deelnemers online: 0 verborgen deelnemers.
contact