joop schreef op maandag 11 augustus 2014, 10:42:
> benieuwd naar verschil ernst van mankementen
Die spreiding is toch bekend?
Gedefinieerd door de beleving: "Naar mijn idee is er iets niet goed, maar niet ziek genoeg om kreupel te gaan". Of daar een verborgen ernstigheid in zit is onbekend. Het gaat echt deels om beleving, de een zal wat straalrot onbelangrijk afdoen, een ander maakt er een halszaak van. De diehard in bekappen ziet uiteraard veel meer, heeft veel sneller aanmerkingen dan de volslagen leek, ook wrsch. veel meer dan die GD-dierenarts.
Ik zou het niet zo verzonnen hebben maar blijkbaar is dit toch geen onpraktische spreidingsdefinitie, want iedereen schijnt toch wel een idee te hebben over wanneer hoeven niet helemaal goed naar zin zijn. Wat er precies scheelt is in eerste instantie als data niet eens zo belangrijk.
Al betekent dat uiteraard ook niet dat wanneer hoeven gezond geacht worden ze tevens biologisch correct zijn: dat is dus een vrijwel zekere vals-positief maar die geldt de GD-dierenarts even goed.
Maar ook wanneer "biologisch correctheid" (en wat is dat precies in verschillende omgevingen?) als maatstaf genomen zou worden, zou er een zekere spreiding zijn aangepast aan de omgeving. In die zin schiet dat niet eens zoveel op. De GD-dierenarts past deze maatstaf trouwens ook niet toe!
Als je het echt een stap beter zou willen doen, moet onderzocht worden hoe de bellcurve van spreiding van deze beleving in elkaar zit, waar een grens van onjuistheid (vals-negatief/vals-positief) gepasseerd wordt (en waar leg je die grens) én hoe die zich verhoudt tot het uitzonderingsgebied van resultaatdata. De vraag is denk ik nog maar hoeveel praktische winst daarin zit.
Ongezien denk ik, dat in geval van de enquête er een geleidelijker en groter spreiding te verwachten valt, in tegenstelling tot de GD-dataverzamelaar die een veel stijlere curve zal veroorzaken maar met ook een veel groter deviatierisico. In andere woorden is de kans dat er "een paar missers" in de enquete sluipen relatief veel groter, maar is de kans op een wezenlijke miskleun bij die ene
DA veel groter. Allemaal een beetje lood om oud ijzer dus zolang onderzoek niet veel beter vanaf ground zero wordt opgebouwd.
Ieder op de eigen manier zijn beide onderzoekjes oppervlakkig; het maakt denk ik voor een definitiestramien als dit niet eens uit of, in geval van GD, er een
DA min of meer gestandaardiseerd naar hoeven heeft gekeken of dat de dataopname naar beleving van de enquete-invuller is gedaan. Iig hebben we zo geen last van valse nauwkeurigheid.
Echter en nogmaals: de gehanteerde belevingsdefinitie heeft daar geen last van!