Nils Vellinga schreef op maandag 25 augustus 2008, 21:21:
>> zetten. De hoef begint daarna aan zijn achteruitgaande
>> beweging, maar zal niet doorslippen omdat het paard er zijn
>> gewicht al op heeft staan.
>
> en dat gewicht een voorwaardse snelheid heeft?
Die snelheid zou doorglijden bevorderen, maar dat is simpel op te lossen door het moment van neerzetten iets uit te stellen, zodat de reeds begonnen achterwaartse snelheid van de hoef dit opheft.
Hoe je het ook bekijkt, er is altijd een bepaald moment waarop de hoef stilstaat ten opzichte van de grond.
> IK kan me niet anders voorstellen dat er op DAT moment een
> groter/langer glij-moment IS. = slijtage van de hoef.
Slijtage van de hoef is het product van glij-moment EN wrijvingsweerstand. Die laatste is op ijs minimaal, dus is er geen reden om het glij-moment te minimaliseren. Zou je leren lopen op ijs, dan ligt het voor de hand dat je slordiger leert lopen omdat "sloffen" en "slepen" geen nadelige consequenties heeft.
Het zou me ook niets verbazen dat paarden die leren lopen op ijzers dan ook meer sloffen en slepen met de hoeven dan nodig is. Het is tevens een prima verklaring voor het fenomeen dat ontijzerde paarden in het begin een gigantische hoefslijtage hebben, maar dat die slijtage al snel minder wordt, veel sneller dan dat de hoef zelf sterker zou kunnen worden.
Frans
"If your only tool is a hammer, you tend to see every problem as a nail."