Het achter overstappen is op harde, niet gladde bodem een belastender oefening dan op gras bijvoorbeeld, waar de hoef makkelijker meedraait. Het is overigens een klassieke oefening aan de hand om het achterbeen onder te laten treden. Bent Branderup en vast allerlei andere klassiekers gebruiken het. Ik gebruik het ook, maar alleen op zandbodem, juist vanwege het kunnen draaien zonder wringen. En pas op het eind van de "training", dan is de synovia dun en de spieren warm. Ook laat ik het paard in deze oefening voorwaarts gaan, dan is de kans op verdraaien minder.
Schouderbinnenwaarts is een oefening, die in de klassieke rijderij nog vóór de galop geleerd wordt. Het is de eerste verzamelende oefening in de dressuur. Van Antoine de Bodt heb ik gezien -en ik vind dat logisch- dat je pas schouderbinnenwaarts gaat beoefenen als het paard gelijke druk op twee teugels neemt, maw helemaal recht is. Het risico van over één schouder ontsnappen en daarmee de gelijke aanleuning verstoren is anders te groot. Immers verzameling kan pas met een rechtgericht paard.
Maar er leiden meerdere wegen naar Rome en er is er niet één de beste of de slechtste.